Pensioen niet meer in eigen beheer? Twee manieren om uit te faseren
Met ingang van 1 april 2017 is het niet meer mogelijk om nog in de eigen BV fiscaal gefaciliteerd nieuwe pensioenaanspraken op te bouwen. We zien in onze praktijk dat veel DGA’s (directeur-grootaandeelhouders) daarom kiezen voor uitfasering van het pensioen in eigen beheer. Dit kan conform de Wet van 8 maart 2017.
De uitfasering van pensioen in eigen beheer kan op de volgende manieren plaatsvinden:
Keuze 1
Koop de opgebouwde pensioenaanspraak fiscaal gefaciliteerd af. Dit kan tot 31 december 2019.
- Fiscaal geruisloze afstempeling: van hogere waarde in het economische verkeer naar lagere fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting.
- Gevolgd door afkoop: er moet loonbelasting worden berekend over de fiscale balanswaarde (= heffingsgrondslag). De grondslag wordt verlaagd met een korting.
Lees meer over deze mogelijkheid
Keuze 2
Als je niet wil afkopen, is het mogelijk om na het geruisloos afstempelen de pensioenaanspraak om te zetten in een zogenoemde oudedagsverplichting. Voor een oudedagsverplichting gelden andere regels dan voor de pensioenaanspraak vanuit de BV.
Lees meer over deze mogelijkheid
Actiepunten die DGA’s vóór 1 juli 2017 moeten ondernemen:
- Pensioen moet premievrij gemaakt worden
- Pensioenbrief moet worden aangepast
- Instemming (ex-)partner voor beëindiging pensioen
- Belastingdienst informeren
Keuze 1: Afstempelen en vervolgens afkopen
Een eerste stap bij de afkoop van het pensioen in eigen beheer, is het fiscaal geruisloos afstempelen van de pensioenaanspraak naar het niveau van de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting. Fiscaal geruisloos houdt in dat er geen loonbelasting, vennootschapsbelasting of revisierente is verschuldigd. Uitgangspunt voor de heffingsgrondslag bij afkoop is dus niet de waarde in het economische verkeer van de pensioenaanspraak vóór afstempeling, maar de lagere fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting vóór de afstempeling.
De afkoop wordt gestimuleerd doordat er een korting op de grondslag wordt verleend. Verder is fiscaal gefaciliteerde afkoop slechts mogelijk gedurende drie jaren (2017, 2018 en 2019).
De korting neemt per jaar af:
- tot en met 31 december 2017 geldt een korting van 34,5%,
- in 2018 bedraagt de korting 25%,
- en in 2019 is de korting 19,5%.
De kortingen zijn alleen van toepassing op het deel van de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting die gold op 31 december 2015. Over de waardestijging na die datum gaat geen korting van de grondslag af.
Onder het oude regime was bij afkoop de hele (commercieel gewaardeerde) pensioenaanspraak belast als loon uit vroegere dienstbetrekking. Daarbij werd revisierente van 20% geheven. Door de fiscale faciliteit wordt bij afkoop geen loonbelasting geheven over het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de fiscale waarde van die verplichting.
Keuze 2: Afstempelen en vervolgens omzetten in een oudedagsverplichting
Bij afkoop wordt er direct loonbelasting geheven. Dit kan ongewenst of onmogelijk zijn omdat er bijvoorbeeld te weinig middelen in de BV aanwezig zijn. Naast de afkoopmogelijkheid is het ook mogelijk om de geruisloos afgestempelde pensioenaanspraak (fiscale waarde van de pensioenaanspraak vóór de afstempeling) om te zetten in een oudedagsverplichting. Deze mogelijkheid bestaat tot 31 december 2019.
Hierdoor blijft het geld in de onderneming en behoudt de DGA een aanspraak voor de toekomst. Op het moment van de omzetting vindt geen belastingheffing plaats. Tijdens de uitkeringsfase zullen de uitkeringen in de loonbelasting worden betrokken. De hoogte van deze oudedagsverplichting ligt wel vast, dat wil zeggen dat hieraan niet kan worden gedoteerd ten laste van de winst. De hoogte van de verplichting zal alleen nog toenemen door oprenting die wettelijk zal worden voorgeschreven.
De uitkeringsfase vangt aan op het moment dat de DGA de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Vanaf dat moment moet de reservering gedurende 20 jaren gelijkmatig worden uitgekeerd aan de DGA. Het is mogelijk de uitkeringen in de vijf jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd al in te laten gaan.
Verder kan de DGA op elk gewenst moment (ook na 2019) besluiten om de oudedagsverplichting te storten op een lijfrenterekening bij een bank.
Bij de keuze voor de oudedagsverplichting heeft de DGA door de fiscaal geruisloze afstempeling de mogelijkheid de dividendklem geheel of gedeeltelijk weg te nemen of zijn dividendruimte te vergroten, zonder dat er moet worden afgerekend. Hierdoor kan er in 2017 al dividend worden uitgekeerd.
Na omzetting kan de DGA alsnog besluiten tot afkoop van de verplichting. Als dat gebeurt voor het einde van 2019, dan heeft de DGA nog de mogelijkheid om die afkoop te laten plaatsvinden met toepassing van de dan geldende kortingen voor afkoop van het pensioen in eigen beheer. Hierbij is geen revisierente verschuldigd. Ook hier geldt de korting alleen over de fiscale balanswaarde zoals die gold op 31 december 2015. Na 2019 zal bij afkoop over de volledige reservering loonbelasting en revisierente verschuldigd zijn.
Als de DGA ten tijde van de omzetting de AOW-gerechtigde leeftijd al heeft gehaald, wordt de uitkeringsperiode van 20 jaar verminderd met het aantal jaren dat de DGA de AOW-gerechtigde leeftijd al heeft bereikt. Wanneer de DGA overlijdt voordat de oudedagsverplichting is afgewikkeld, gaat het recht op nog niet uitgekeerde termijnen over op de erfgenamen.
Heb je vragen hierover of wil je advies over jouw specifieke situatie? Bel 035-6315520 of mail naar info@fiscalistencooperatie.nl!